Double click Indonesië 20132011
25 juli 2013
Om 9.00 uur werden we na alweer een lekker ontbijtje opgehaald door de chauffeur die we voor vandaag hadden ingehuurd. Hij heette Putu en sprak vrij goed Engels. Als eerste gingen we naar het plaatsje Celuk waar ontelbaar veel zilverwerkplaatsen zijn. Bij de ingang laten ze eerst zien hoe de sieraden gemaakt worden. Wat een gepriegel. Dan kun je binnen kijken naar wat er te koop is. We wilden kijken of we een Budha to Budha armband konden kopen, maar ieder winkeltje heeft er maar een paar en net niet die we zochten. Na drie winkels hadden we er eigenlijk wel genoeg van. De drie dames kochen wel nog een mooi zilveren hangertje en daarna gingen we snel weer verder.
 
We reden door het prachtige groene binnenland en de volgende stop was de Goa Gajah Cave (olifantengrot). Eerst kwamen we bij twee basins waar water uit mooie beelden spoot. Er is er één voor de mannen en één voor de vrouwen voor een reinigingsritueel. Toen kwamen we bij de ingang van de grot met het enorme hoofd van Bohma, bedoeld om de grot te beschermen. De ingang is heel mooi, de grot stelt niet veel voor. Hij is bedoeld voor Ganesha, de god met het olifantenhoofd.
Via allerlei kunstenaarsdorpjes reden we steeds verder omhoog naar Tegallalang. Bij de ingang van het dorp stond de politie alle wagens met toeristen op te wachten en moesten we entree betalen. De Indonesiërs zelf mogen gewoon doorrijden. Ook dit is Indonesië. Maar wat was het daar ontzettend mooi. Overal een mooi uitzicht op de prachtige groene rijstterassen. We hebben een flinke tijd staan kijken en genieten.
De jungletuin er omheen is wel heel erg mooi. Je gaat via trappen naar beneden, langs weer een boom met enorme bovengrondse wortels. Via gladde treden en stenen klommen we naar een klein watervalletje en vanaf die kant zag je weer een mooie Boeddha uitgehakt in een rots. Verder naar een jungle tempeltje waar we nog een offertje hebben gebracht en besprenkelt werden met water. Vooral Erik en Joris moesten weer flink bukken anders kon het vrouwtje van de tempel er niet bij.
Daarna via een smal weggetje langs nog meer mooie rijstvelden naar Ubud. Als eerste stopten we bij het Sacred Monkey Forest. In dit mooie beschermde bos leven wel driehonderd Makaken. Je wordt bij de ingang gewaarschuwd om geen losse spullen mee te nemen. Eén toeriste had een waterflesje vast en we zagen een aap vliegensvlug op haar afspringen. Voor ze het wist had hij hem al te pakken en begon er zelf uit te drinken. In het bos liggen drie mooie tempeltjes en ook hier staan weer ontzettend mooie bomen. We zagen ook veel hele kleine aapjes, maar het leukste was toch wel het waterbasin. Hier stonden beelden en boompjes omheen waar de makaken vanaf sprongen in het water. Het leek wel of ze expres zo hard mogelijk een bommetje wilden doen. Nooit geweten dat apen ook zo'n lol kunnen hebben in zwemmen.
Na dit bezoek reden we Ubud in en bracht de gids ons naar de markt. Wat een drukte in Ubud. We moesten eerst een paar keer rond rijden voor een parkeerplaats. Toen dat gelukt was gingen we eerst lunchen en daarna naar de markt met weer dezelfde souvenirs als overal. Ze zijn hier veel opdringeriger dan in Sanur en wat een vreselijke drukte hier. We hebben nog even het koninklijk paleis van één van de koninklijke families hier op Bali bekeken en toen hadden we het eigenlijk wel gezien. Het was intussen ook alweer 16.00 uur dus besloten we lekker terug te rijden naar het hotel.
Daar nog heel even naar het zwembad, want de zon is hier al vroeg weg. Vanavond weer gezellig eten in onze Ierse Pub, the Cat en Fiddle.