Kauffeld in
Amerika en Canada 2010
Hieronder staat het reisverslag van 27 aug 2010
Om 8.30 uur vertrokken we van de campground op weg naar Yellowstone National Park. We tankten nog even en lieten het gas bijvullen. Iets na 10.00 uur reden we onder de toegangspoort van het park door. We kochten een pas waarmee we de komende dagen het park in mogen en meteen ook Grand Teton National Park. Het was intussen 30 graden. Lekker warm dus, maar het waait wel enorm hier. We reden hier ook de zevende staat van deze vakantie in, Wyoming. Yellowstone National Park ligt op één van de grootste vulkanen ter wereld.

Al snel na de ingang kwamen we aan bij de Mammoth Hot Springs. Via boardwalks kun je bij de Lower en de Upper Terraces komen. De meeste terrassen zijn helaas opgedroogd. Over sommige stroomt nog het hete water dat met veel stoom omhoog komt. De terrassen zijn soms spierwit, dan weer geel of oranje door de organismen in het water. Erg mooi, maar het stinkt hier wel erg naar zwavel. Bij het hotel dat hier ligt zagen we nog een groepje Elks rustig in het gras liggen.

Daarna maakten we een stop bij de Tower Falls. Deze vonden we een beetje tegenvallen. We zijn al behoorlijk verwend geraakt met mooie watervallen. Na deze waterval reden we via een prachtige bergweg naar de Canyon Village waar we alvast incheckten op de campground. Het was nog vroeg en daarom gingen we eerst naar de Grand Canyon of the Yellowstone. Vanaf het Artist Point hadden we een mooi uitzicht op de Canyon met de Lower Falls. We dachten dat we de allermooiste watervallen al gezien hadden, maar deze was toch ook weer prachtig. Zeker omdat hij in zo'n mooie canyon lag met allerlei kleuren. We stopten ook nog even bij het viewpoint bij de Upper Falls. Ook erg mooi.

Vervolgens reden we door de mooie Hayden Valley. We zagen onderweg verschillende bizons. Eén zelfs heel erg dichtij op een picknickplaats. Hij bleef rustig liggen. Zo konden we mooie foto's maken. Wat een gigantische beesten zijn dit. Ook zagen we nog een coyote langs de weg. We stopten nog, maar hij was zo snel dat we hem niet meer konden vinden.

De volgende stop was bij Sulphur Caldron. Het stonk hier ook weer behoorlijk naar zwavel. We zagen de poelen pruttelen en stomen. Vlakbij lag de Mud Vulcano. Ook weer via boardwalks liepen we langs de verschillende Mud Pots. De meest indrukwekkende was de Dragons Mouth. Een soort grot die leek te grommen en waaruit een enorme stoomwolk kwam. De poel daaronder leek op borrelende modder en het stonk er enorm. Dit is nog het meest te vergelijken met de geur van rotte eieren, maar wat een mooi gezicht. Bij de laatse Mud Pot zagen we weer een bizon.

We hadden intussen honger gekregen en besloten terug te rijden naar de Canyon Village. In de Hayden Valley zagen we veel mensen met enorme verrekijkers. Er bleek een karkas te liggen en ze waren al de hele dag aan het wachten op wolven en beren, maar er was nog steeds niets te zien. Aan de andere kant van de weg was een man aan het speuren naar wolven. Die zagen we ook niet maar wel in de verte een Mule Deer. Bij de Village gingen we eten bij het Lodge restaurant. Erik en Joris hadden een bizonsteak, Anne-Marie had reepjes bizonsteak met mexicaanse groenten en tortilla en Anouk had kip mer rijst. Daarna nog een lekker toetje. Het was allemaal erg lekker.

Toen was het toch echt tijd om ons plekje op de Canyon campground op te zoeken. Een mooi plekje midden in de bossen. We hebben de komende nachten geen stroom en wateraansluiting. Maar we hebben de generator en de watertank zit vol, dus we redden ons zo wel een tijdje. De weersvoorspellingen zijn nog steeds niet denderend, maar we zien morgen wel wat we allemaal kunnen doen.